De ondergrond van het Chassé Theater als archeologische hotspot
Begin januari proostten wij in het Chassé Theater op 2023! Tijdens deze nieuwjaarsbijeenkomst, onder leiding van directeur Ruud van Meijel, keken wij terug op een geslaagd jaar met prachtige voorstellingen en evenementen in onze theater- en cinemazalen. Dit allemaal aan de hand van interne en externe sprekers. Één van hem was Hans de Kievith, werkzaam bij Gemeente Breda als onderdeel van team erfgoed, die ons meer vertelden over de grond waarop het Chassé Theater gebouwd is.
Toen in 1993 de plannen voor de bouw van een het Chassé Theater concreet werden is er uitgebreid archeologisch onderzoek uitgevoerd. Daarbij is de bouwput door de archeologen aangelegd. Vooraf was duidelijk dat het nieuwe theater zou worden gebouwd in de voormalige vestingzone die in 1869-1870 is ontmanteld.
Vanaf 1531 werd er een moderne vesting rond de stad aangelegd. De vesting werd steeds verder gemoderniseerd en uitgebreid, totdat in 1869 landelijk werd besloten dat stadsverdedigingen niet meer zinvol waren. Ook in Breda werd de vesting in korte tijd ontmanteld. De wallen werden afgegraven, de grachten gedempt.
Grote terreinen aan de oostkant van de stad werden na die ontmanteling als exercitieterrein in gericht. Het voormalige klooster St. Catharinadal was inmiddels als kazerne ingericht. Niet lang na de ontmanteling van de vesting werd de Chassékazerne aangelegd.
Bekend was dat tijdens de Tachtigjarige Oorlog er grote behoefte was aan huisvesting van soldaten ongeacht wie er in Breda het voor het zeggen hadden; de Staatsen of de Spanjaarden. Er werden vanaf 1620 dan ook een groot aantal militaire barakken aangelegd, ook om het klooster St. Catharinadal. De barakken werden gebouwd tegen de kloostermuur die daar zo’n 90 jaar eerder door Hendrik III was aangelegd om de vesting te scheiden van het kloosterterrein. De combinatie nonnen-militairen is nooit een gelukkige geweest. Het regende klachten over vuil dat over de muur gekiept werd en over loerende soldaten
Bij de aanleg van de bouwput werden al snel de funderingen en vloeren van deze barakken gevonden. Binnen de bouwput waren dat de “hoge ruiterbarakken”, soldatenhuisjes met elk een paardenstal. Tussen de woningen en de vestingwal lag een straatje met een goot om het regenwater af te voeren.
Buiten de bouwput werden in 1999, bij de aanleg van de Chasséparking, nog een groot aantal legerbarakken gevonden, nu met een centrale paardenstal.
Overigens werden tijdens deze opgraving ook de resten van het middeleeuwse klooster St. Catharinadal (nu Holland Casino) opgegegraven. Met alle gegevens uit dit onderzoek kon een groot deel van het klooster in de periode 1400-1600 gereconstrueerd worden.
In 1682 besluit Koning-Stadhouder Willem III om de vesting te moderniseren en uit te breiden. De nonnen zijn dan al uit Breda vertrokken en naar Oosterhout verhuisd. De barakken aan de oostkant verdwijnen onder de verbrede vestingwal.
De uitbreiding van de vestingwal en het latere gebruik als (onbebouwd) exercitieterrein hebben er voor gezorgd in 1993 vlak onder het maaiveld de vloeren en funderingen perfect bewaard zijn gebleven.
Bron: Erfgoed Breda